Het blijft een verwarrende naam voor een visgerecht. Beccafico is namelijk een trek- en zangvogeltje, dat tijdens zijn tussenstop op Sicilië zijn buikje rond eet aan de lokale vijgen (fico). De officiële Nederlandse naam is tuinfluiter, maar de vertalling betekent vijgenvangertje. In Sicilië werden deze vogeltjes vroeger bejaagd en opgegeten. Nu de Beccafico beschermd is, hebben zij hun naam gegegeven aan gerecht van gevulde sardienrolletjes (involtini). Blijkbaar doet het silhouet van deze bolle sardientjes, met het opstaande staartjes er nog aan, de Sicilianen aan de mollige beccafico denken.
Mengelmoes
De Siciliaanse keuken is een verrassende en soms zelfs vreemde mengeling van ingrediënten, die de overheersing door talrijke andere culturen weerspiegelt. Zo namen de Grieken sultana druiven mee en introduceerden hun rozijnen. Sardientjes waren de belangrijkste voedingsbron voor de arme Sicilianen. Zo ontstond de op het eerste oog onmogelijke combinatie van vis en rozijnen.
Tornagusto
Terug naar de Beccafico. de sardientjes worden gevlinderd (linguetta) en gevuld met een mengsel van broodkruim, rozijnen en pijnboompitten. Daarna overgoten met sinaasappel- of limoensap en gekruid met laurier. Vervolgens worden ze overdwars opgerold en zachtjes gaar gestoofd. Oorspronkelijk dienden deze sardines als ’tornagusto’, een koud tussengerecht dat diende om de smaak te neutraliseren. Tegenwoordig zijn deze gevulde sardines een geliefd onderdeel van de antipasti. Ze worden nog altijd koud geserveerd.