Over ‘kimchi’ moet ik wel wat schrijven. Om de simpele redenen dat het lekker, gezond en actueel is. De afgelopen jaren is de populariteit van kimchi, net als de Koreaanse keuken, sterk stijgende. Kimchi betekent verzonken groenten. Het is gefermenteerde Chinese kool (Napa Cabbage). Al eeuwenlang maken Koreanen deze kool in om in de koude winters van groente voorzin te zijn. Net als bij ons de vergelijkbare zuurkool. Tegenwoordig is Kimchi gepromoveerd en 365 dagen per jaar een niet te missen onderdeel van de Koreaanse keuken. En ver daar buiten.
Veelzijdig, gevarieerd & onontkoombaar
Hoewel er honderden varianten bestaan, met bijvoorbeeld spinazie of komkommer, doelt men buiten Korea vaak op een mengsel van de vermelde kool, wortel, radijs, lente uien, knoflook, sesam, gember, rode peper en zout. Men nuttigt het meestal als bijgerecht of condiment, maar kan ook de basis van soep (jjigae) of stoofschotels vormen. In Zuid-Korea schijnen huishoudens een aparte kimchi koelkast te hebben en ‘Kimchi‘ te roepen in plaats van ‘Cheese’ als ze op de foto gaan. Kortom deze ingemaakte kool is overal. Hier in de lage landen ken ik geen enkel Koreaanse restaurant, dat het woord niet in de naam heeft.
King of Kimchi
In de VS is de bekendheid van Kimchi meegegroeid met de populariteit van de Koreaanse BBQ restaurants. De ongekroonde koning is sterrenchef en TV-kok David Chang. Met zijn Koreaanse restaurantimperium Momofuku bracht hij de populariteit van de Koreaanse keuken naar ongekende hoogte, met name in New York. Een van zijn onderdanen laat in de clip zien hoe zij in dat rijk kimchi maken. Verrukkelijk bij alle soorten vlees en verrassend op een taco. In Los Angels is deze Koreaans-Mexicaanse hybride al jaren een hit. Je hoeft trouwens niet zelf te knoeien. Het is gewoon verkrijgbaar in potjes en blikjes bij de toko of in de betere supermarkt.