De Japanse keuken heeft de uitstraling van volledige authenticiteit. Volstrekt unieke gerechten zonder beïnvloeding van buitenaf. Toch is dat niet helemaal waar. In de 17de eeuw had het gesloten Japan alleen contact met Nederlanders die enkel aan mochten leggen aan het piepkleine eilandje Deshima in de baai van Nagasaki. Door deze ‘Kōmō – roodharige barbaren – sijpelden enkele Nederlandse woorden door in de Japanse culinaire vocabulaire. Zo wordt je in Japan nog steeds ‘doronken’ van teveel ‘biru’. De Nederlandse taal is eenvoudig terug te vinden in ingrediënten als ‘safuran’ en ‘siroppu’. Het nog steeds populair gerecht ‘koroke’ is afgeleid van onze kroket.
Tempura
Een nog belangrijkere uitheemse invloed ontstond na het arriveren van de Portugezen. Japanners zagen de streng katholieke ‘Nanban’ – zuidelijke barbaren – tijdens de vastenperiode stukjes in beslag gefrituurde lentegroenten eten. Zogenaamde ‘peixinhos de hora’, wat in het Portugees plantaardige visjes betekent. Japanners noemden dit gerecht Tempura, een verbastering van het Latijnse woord voor de vastentijd na Aswoensdag. Tijdens de belangrijke Edo periode werd Tempura een pijler onder de Japanse keuken. De groenten werden soms vervangen door de, in deze periode, geliefde garnalen-Ebi in het Japans. Kakiage-don, gemengde schaaldier- en groentetempura met rijst is nog steeds een befaamde klassieker.
Tips
Tempura is eenvoudig te maken. Maak een dun beslag aan van (IJs)koud water, bloem, ei, bakpoeder en wat zetmeel (maïzena of aardappel). Maak garnalen schoon door kop en darmkanaaltje te verwijderen. Snij de garnaal in, waardoor hij recht blijft bij frituren, bloem deze en haal ze snel door het beslag. Verwarm reukloze olie, als arachide- of zonnebloem olie tot 180 graden in een pan. Leg een beperkt aantal garnalen in de pan -bijvoorkeur in een frituurspaan. Droog de garnalen kort op wat keukenpapier en serveer!